De domste van de klas - 11/10/2022
In de late avonduren pik ik wel eens graag een kwartiertje op Njam mee, de culinaire zender. Ik kijk nu eenmaal graag naar mensen die goed kunnen koken. Hoe ze hakken en snijden en bakken en braden en fileren, en dat alles met zo'n nonchalance, alsof het, nog lang voor de uitvinding van het vuur, al door een hogere macht zo bedoeld was. Ze behoren als kok trouwens al bijna tot de goden! Ik kreeg enkele weken geleden de uitgelezen kans om ook eens aan te schuiven in Le Sanglier, waar Wout Bru de scepter zwaait. Los van het feit dat de man inderdaad goddelijk kookt mag hij zich ook verzekerd weten van een stevige BV-status. Toen hij na het diner nog even een acte de présence opvoerde hoorde je bijna letterlijk de extase door de zaal gieren, vooral bij het vrouwelijk gezelschap. Er stond ook al snel een stoet giechelende dames aan te schuiven voor een selfie met de jongen. Ja, ik natuurlijk ook, pinguïn als ik ben. Als er ergens hersenloos voorwaarts geschuifeld wordt ben ik daar meestal bij. Overigens: die Wout is van dichtbij echt zo'n bink uit als in de boekskes en zijn haartransplantatie was zo te zien wel een rendabele investering.
Mijn absolute favoriet blijft echter Johan Segers, de ouderdomsdeken onder de sterrenchefs. Die man kan alles, die krijgt zelfs nog een deftig gerecht op tafel getoverd met de graten van een vis. Eén van zijn kookrubrieken heet trouwens 'Tot op de graat'. En hij heeft er ook zo eentje over varkens: 'Tot op het bot'. Daarin verwerkt hij werkelijk alles wat los of vast zit aan zo'n beest, zelfs de krulstaart weet hij nog in een smeuïge hutsepot te draaien. Bewonderenswaardig. En ik weet sinds kort dat varkens mensen met huid en haar durven op te eten, ik heb het aan den lijve ondervonden, maar blijkbaar kan het dus ook omgekeerd. Misschien moet ik dat ook eens vertellen aan een stout varkentje in Schaffen…
In elk geval, ik ben dan wel geen keukenprinses, maar dankzij Johan Segers gebeuren er soms toch mooie dingen. Want sinds hij op TV ook aan de slag gaat met (h)eerlijke groenten probeer ik dat ook wat vaker te doen, meer groenten van bij ons op tafel zetten, volgens de seizoenen. Goed voor het milieu, vriendelijk voor de portemonnee én gezond. Zo heb ik zaterdag nog een groene kool uit de rekken van Colruyt geplukt, tot grote vreugde van mijn vader, die al chagrijnig kijkt bij een takje rucola als garnituur. Allemaal te groen en te exotisch voor hem. Dus eindelijk nog eens echte Vlaamse kost: savooi met spek en mosterdpuree. En, ook nog mooi meegenomen: ik kan zo'n boerenkost kost wel aan, het steekt immers allemaal niet zo nauw. Geen gezever over welke balsamico je nu best kan druppelen in je dressing of die eeuwige twijfels van wel of niet roeren in de pruttelende risotto. Nee, niks van. Als je savooi stooft het komt niet aan op een vlok boter meer of minder. Het eindresultaat ziet er misschien niet zo spectaculair uit, maar het blijft gewoon lekker. En ik leef tenminste nog eens in de waan dat ik in de keuken wellicht beter ben dan gedacht.
Waar ik dan blijkbaar weer minder goed in ben dan gedacht: de Franse taal. Sinds ik de carrièreswitch maakte naar het centrum van dit land hoort extra talenkennis er natuurlijk weer iets nadrukkelijker bij. En ik meende altijd toch een verdienstelijk mondje Frans te spreken, maar mijn woordenschat beperkt zich blijkbaar voornamelijk nog tot het bestellen van eten en drinken en wat onderwerpen die aanleunen bij vakantiepret. Op de werkvloer is het toch een ander paar mouwen. De eerste keer dat ik een uitzendkracht moet uitleggen hoe dat nu precies zit met zijn bedrijfsvoorheffing, en français, breng ik het verhaal niet vlotter dan de gemiddelde laag opgeleide Zimbabwaan. Een hakkelend verhaal dus, en stiekem gaan piepen op Google Translate.
Met mijn Engels is het eigenlijk niet veel beter gesteld. Stoer wat lyrics meezingen, ja, maar haarfijn een functieomschrijving toelichten? You want the jobdescription, sir? From a TIG-lasser?
"Dat went wel," stelt één van de collega's me gerust, "dikwijls spreekt de tegenpartij al even belabberd Engels als jij. En uiteindelijk eindig je samen toch in min of meer bij de essentie: you go to work, now. Maar dat laatste kenden we in de Kempen ook al.
Al bij al niks nieuws, eigenlijk. Want ik had dit bij elke nieuwe job en altijd en overal waar ik aan iets anders begon: het gevoel de domste van de klas te zijn. Alsof ik wel op de juiste schoolbank zat, maar met behoorlijk wat leerachterstand. Maar ik weet intussen ook wel dat het weer een kwestie is van wat inwerken en links en rechts wat verwaarloosde kennis weer oprakelen. En ook nog eens wat bijleren, mag ik hopen. En dan pas ik -hopelijk- binnen enkele weken wel ergens in een hoekje van de nieuwe puzzel.
Desalniettemin, het moet toch fantastisch zijn om ergens heel erg goed in te zijn! Uitblinken in wiskunde bijvoorbeeld. Of vloeiend Chinees spreken. Kunnen dansen als een ranke prima ballerina. Of in potten kunnen roeren zoals die Johan Segers. Maar uitzonderlijke talenten worden slechts karig uitgedeeld en ook ik stond destijds voor niks op de eerste rij. Ik heb ooit eens job coaching gevolgd, wie weet had ik diep in mij wel ergens wat verborgen talent zitten. Maar dat bleek ook maar een rommeltje te zijn. Er speelde zo'n beetje van alles en nog wat, maar niks echt uitmuntends. Niks waarmee ik de massa zou kunnen overstijgen. Die zoektocht heb ik dus al snel opgegeven. Bovendien mag je ook weer niet te fel zitten wroeten in dat innerlijke. Ik las het recent nog in een boek van ene Svend Brinkmann, een slimme Deen die een anti-zelfhulp boek schreef, een bestseller zelfs: dat je toch een beetje moet oppassen met al dat zoeken naar je diepste verzuchtingen. Op een bepaald moment heb je misschien zo lang naar je diepe kern gekeken dat je ontdekt dat er daarbinnen bitter weinig zit.
Ik vind het nog niet zo'n slecht idee. Gewoon rustig in je eigen schoenen blijven staan en simpele savooi stoven. Niet altijd de overtreffende trap nastreven. Niet alles willen uitdiepen tot op het bot.
Er woont ergens een varkentje dat het vast graag zal horen.
Reageer via
Zekerheden - 24/10/2022
Mijn vader maakt zich zorgen om het vogelhuisje achteraan in de tuin. Al is de term 'vogelhuisje' een understatement. Het ding werd lang geleden eigenhandig door mijn vader in elkaar getimmerd en oogt niet meteen als een schattig nestkastje. Het heeft intussen meer iets van een verweerde carport op een paal. Binnenskamers- en als mijn vader het niet kan horen- spreken de dochter en ik wel eens lacherig over 'de landingsbaan'. Een ruim platform voor al wat vleugels heeft, zelfs een duif met zwaar overgewicht kan hier nog een noodlanding maken. Een solide constructie ook, jarenlang weer en wind getrotseerd. Maar nu begint er sleet op te komen.
"Ik heb al een nieuw ontwerp in mijn hoofd," zegt mijn vader. Al probeer ik hem, vooral dan uit esthetisch oogpunt, nog te overtuigen van een kant -en klare aankoop. In een naburig tuincentrum bijvoorbeeld.
"Ze hebben daar heel mooie vogelhuisjes," zeg ik, "en echt in alle maten, dus ook van die grote."
Maar daar heeft mijn vader geen oren naar. Het moet allemaal niet schoon zijn, maar vooral stevig. Alsof hij toch nog hoopt dat een verdwaalde Andescondor hier vroeg of laat nog eens gaat neerstrijken.
Dus gaat hij een straat verder, bij 'De Blok', de lokale houthandel, plankjes bestellen voor zijn nieuw project. Ik mag ze de dag zelf nog gaan ophalen met de wagen, want ze geraken natuurlijk niet allemaal in het korfje van zijn rollator. Ik sleep nog een klein werkbankje en wat klusgerei uit de kelder en installeer alles op het terras. Morgen gaat hij aan de slag.
"Die schrijnwerker krijgen we er bij hem nooit meer uit," zegt mijn moeder, toch weer lichtjes bewonderend.
Dat klopt ook wel, dat beeld van mijn vader in de weer met hout en hamer, het blijft een zekerheid in mijn bestaan.
Diezelfde avond wipt m'n jongste nonkel nog even binnen, hij heeft nog iets leuks gevonden voor mij. Ik schenk hem een koud Palmke in en daarna haalt hij de buit boven: een krantenknipsel, met een interview van één van m'n lievelingsauteurs, Marnix Peeters. 's Mans antwoorden op 'De 16 vragen van De Wachter'. Ik heb het artikel ook al online gelezen, maar ik word nog altijd blij van woorden op echt papier. En mijn nonkel weet dat. En hij weet ook zeer goed waar ik zoal op kick. Dus af en toe, als hij al lezend iets tegen komt wat hij aan mij weet te linken, knipt hij dat uit. Zo komt het dus dat er op mijn nachtkastje, onder de gewone maandelijkse stapel leesvoer, ook nog een plastic mapje ligt met daarin de meest bizarre verzameling aan lectuur. Pagina's gescheurd uit oude Humo's of kranten, een schatkist aan weetjes waar in deze snelle digitale wereld niemand nog iets aan heeft, maar waar ik gelukkig van word. Hoe Tom Barman zich in 2006 voelde als Man van het Jaar bijvoorbeeld. Of een tourverslag van dEUS in Knack Focus, '12/10/2005' heeft mijn nonkel op de eerste pagina genoteerd. Maar hij gaf me ook wel artikels met goede raad, zoals een gedetailleerd verslag over hoeveel schrijvers jaarlijks mogen belast worden, want hij verwacht nog elk moment een bestseller van mij.
Als ik die avond, bij het schemerlicht van mijn nachtlampje, nog eens gelukzalig door mijn stapeltje knipsels blader moet ik toch concluderen dat een mens soms stug blijft vasthouden aan de gekste dingen. Mijn vader wordt nog steeds lyrisch van houtkrullen en mij gaan ze ooit nog eens verschrompeld terug vinden tussen een hoop vergeeld papier.
Mijn werkdagen blinken dan weer uit van de nieuwigheden: nieuwe files, nieuwe gezichten, zelfs andere werkuren. Want sinds kort kennen ook wij de mogelijkheid om hybride te werken en op kantoor mogen we glijdende werkuren hanteren. Jarenlang kenden we een klokvaste middagpauze van een vol uur, maar die mag nu ingekort of zelfs verschoven worden. Heel tof als je bijvoorbeeld 's avonds wat vroeger naar huis wil, maar het is wel wat inboeten aan sfeer en gezelligheid, vind ik. Zo af en toe heb ik wel wat heimwee naar de uitgesponnen gesprekken boven brooddozen. Tot we op een middag dan toch weer met een bijna voltallig (overwegend vrouwelijk) team aan de keukentafel belanden en de pauze alsnog onverwacht uitloopt. Het gespreksonderwerp is dan ook een ernstige analyse waard! In de laatste aflevering van The Voice stonden Jan Paternoster en Koen Wauters ongegeneerd in hun onderbroek- stekkebeentjes, daar waren we het unaniem over eens-maar Mathieu Terryn, die stoere gozer van Bazart, floepte er -op nationale zender!- zomaar uit dat hij onder zijn baggy broek gewoon geen ondergoed draagt. Helemaal niks. Nada. Ik ga me niet uitspreken over zijn stembereik, maar de man moet het alleszins bijzonder goed doen op vlak van testiculaire gezondheid. En ik verzeker jullie: gooi zo'n item in de groep van wat mondige vrouwen en er volgt een zeer grondige, vergelijkende studie over wat er zoal gaande kan zijn daar beneden.
Kort samengevat: Terryn ging commando en wij vrouwen verbaal nog eens genadeloos all the way.
En dat laatste is dan toch ook weer een vaste waarde. Een hele geruststelling ook: niet alles staat op losse schroeven, er zijn nog zekerheden in dit leven.
Reageer via
Zürich - 13/11/2022
We zijn intussen twee weken verder en het project nieuw vogelhuis krijgt stilaan vorm. Het ding heeft voorlopig nog de contouren van een soort van primitieve houtskeletbouw, maar het ruwe geraamte voorspelt alleszins een ideaal landingspunt voor al wat komt aanvliegen. Nu de finale afwerking nog, de details. Maar daar hebben we dan weer niet het juiste materiaal voor in huis, dus ik voel het al aankomen: ik moet nog eens richting Brico. Ik werd er al op uitgestuurd voor plankjes en latjes en een nieuw wipzaagje, maar dit keer mag ik niet in m'n eentje naar de winkel, mijn vader, overkoepelend projectmanager van de werken, wil mee.
"Gij kent daar toch niks van," zegt hij.
Wat ik even later, als we staan te duizelen tussen het overaanbod in de doe-het-zelf winkelrekken, alleen maar kan beamen. Mijn vader heeft een lijstje gemaakt van alle benodigdheden en we zoeken ons samen suf naar dingen waar ik me amper iets kan bij voorstellen: lijmklemmen, winkelhaken, vijsjes van 20mm en een gatzaag om een opening in de plankjes te boren, net groot genoeg om een vogeltje door te laten. Als we dat laatste eindelijk vinden staan we ook nog een tijdje te twijfelen tussen 32 of 35 mm doorsnede, we proberen in te schatten hoe dik zo'n doorsnee meesje wel kan worden, maar kiezen uiteindelijk toch maar voor de grootse diameter. Ik vermeldde het al eerder: ook vogels met obesitas zijn Thuys van harte welkom.
Mijn vader legt ook nog twaalf scharniertjes in de kar, want het dakje moet kunnen open klappen.
"Twaalf?" zeg ik, "voor zo één dakje?"
Maar blijkbaar blijft het niet bij een eenmalige creatie, hij gaat ook de dochter nog voorzien van een paar voederplanken en vogelhuizen, die heeft tenslotte plaats genoeg, daar op haar look a like kinderboerderij in Schaffen. Dat wordt dus seriewerk en ook mijn moeder vreesde er al voor: een winter lang met zicht op een terras vol planken.
Wat mij ook al meteen doet dromen van de volgende lente. Niet in het minst ook omwille van mijn laatste woordenwisseling met Eneco, want die maken het nu echt wel gortig. Een verdubbeling van mijn voorschotfactuur, daar kan ik nog inkomen, we zijn tenslotte allemaal kop van jut dezer dagen, maar als ze dat 'bij vergissing' nog eens een keertje over doen word ik iets minder tolerant. Dan pleeg ik boze telefoontjes. Van mij mag het dit jaar dus vooral een uiterst kort koud wintertje worden.
Maar wat die nieuwe lente dan toch ook nog met zich brengt: een nieuw geluid! Eindelijk, na tien lange jaren, ' de nief ploat' van dEUS. Met daarbij natuurlijk een prestigieuze Europese tour en ook maar liefst vier concerten op rij in de AB. Allen daarheen, denk ik dan, ik sta al te stuiteren als ik m'n dEUSpartner in crime bel. Alleen, zij wil deze keer niet mee.
"Niet dat ik Barman niet meer aankan," zegt ze, "maar ik heb het zo'n beetje gehad met die hardnekkige fans. Die bende bitsige vrouwen die zich op elk concert plunderend een weg strijden naar de eerste rij en dan ook nog eens denken dat die gOD exclusief voor hen staat te zingen. Poeh!"
Ik begrijp perfect wat ze bedoelt, want ik ben zelf één van die bitsige vrouwen. Ik zal de volgende rooftocht dus in m'n eentje moeten klaren. Tot overmaat van ramp is AB intussen ook al compleet uitverkocht. Ik ga die avond toch nog even piepen op de booking site, misschien kan ik alsnog elders, niet te ver weg, terecht. Of gewoon, ergens in een gezellige stad. Mijn oog valt op Zürich. Daar passeren ze op 28 maart, in Kaufleuten. Im Herzen der Zürcher Innenstadt, kom ik al googelend aan de weet. En Routenet vertelt me dat je de trip Scherpenheuvel- Zürich kan afhaspelen op exact 6:13uur. Een eitje, er zijn werkdagen dat ik gemiddeld vier uur in de auto zit, waarvan minimum drie in de file. En ik had altijd al een zwak voor Zwitserland. Als ik er nog een leuk city tripje van maak ga ik nog zweven van geluk.
Trivago zet me dan weer met m'n voetjes op de begane grond. Want Zürich is duur. Pokkeduur zelfs. In 2015 blijkbaar nog uitgeroepen tot duurste stad ter wereld. Dus ik aarzel toch om daar iets te boeken, Eneco indachtig. Die jongens gaan daar waarschijnlijk niet mee lachen als ik mijn eerstvolgende eindafrekening niet kan betalen. En er staan nu wel een hoop houten planken op het gelijkvloers terras, maar die opstoken is ook not done, dit keer dan weer de plaatselijke vogelpopulatie indachtig.
Dus ik zal het maar iets dichter bij huis zoeken. Keulen is ook nog een optie. Reistijd: 1:48u.
Und Deutsch spricht man dort auch. Toch ook al een beetje buitenland. Wel geen Zwitserse precisie, iets minder klokvast ook vermoedelijk. Maar je kan er billig Bockwurst eten. En er zal ook nog wel ergens een betaalbaar 'Zimmer Frei' te vinden zijn.
Mit Frühstück bitte.
Reageer via
Licht uit - 10/12/2022
Weinig waar ik zo weemoedig van word als van ringwegen. Ik kom tot die conclusie als ik op een vrijdagavond nog maar eens mee sta aan te schuiven op de Brusselse buitenring. Maar het had even goed de ring rond Antwerpen kunnen zijn. Of die van Breda, ook al meermaals in slow motion bewonderd. Ik ben er zelfs ooit in geslaagd om tijdens een zomerse roadtrip alsnog in een maandagse ochtendfile van de ring rond Lyon te belanden. Meteen drie zorgvuldig opgespaarde verlofuren de mist in. En het is niet dat ik dan tandenknarsend achter mijn stuur zit te stressen, want ze zien me wel komen, daar waar ik misschien wel onmisbaar lijk. En frustraties in een wachtrij zijn hoe dan ook zinloos. Nee, het is eerder zo'n gevoel van nietigheid dat me dan durft te overvallen, vooral op donkere dagen. Al die droevige koplampen, al dat krioelen, dat stapvoets jakkeren en husselen, iedereen zuchtend op weg naar ergens. Terwijl het, bekeken in het grote geheel, misschien wel een spookbypass is naar nergens.
Dat zijn zo van die momenten dat ik de regering van hemelse machten toch in twijfel durf te trekken. We modderen tenslotte maar wat aan, hier op deze wereld, het blijft toch dikwijls maar proberen en dan bang afwachten wat het gaat worden. We bouwen snelle wagens en bedenken ingewikkelde wegconstructies en komen verder geen meter vooruit, soms ben je nog beter af op de eenzame pechstrook. En het lijkt me sterk dat er dan hoog daarboven nog iemand diep zit na te denken hoe ieder van ons ook nog eens individueel aan te sturen, we doen het al zo miserabel in groep. Enkele weken geleden werd de 8 miljardste baby geboren, je moet toch al een god van enig kaliber zijn, en gezegend met een uitzonderlijk organisatietalent, om dan elk mensje ook nog van een bijzonder levenslot te voorzien. Of dat wij, zelfs al zijn we misschien al helemaal van god los, zomaar tekens van hogerhand zouden krijgen, spirituele signalen in wolken en sterren of in dwarrelende veertjes, vage dingetjes die ons de weg moeten wijzen naar de ware toedracht van ons bestaan. Stel je dat eens voor in die aantallen, voor zoveel sakkerende miertjes op de weg… Dan hangt dat ruim tussen hemel en aarde toch afgeladen vol? Geen zonnestraal die dat nog kan doorprikken, dan gaat het licht toch gewoon uit?
Het licht gaat ook écht uit, twee dagen later al. Net op het moment dat ik - in een vlaag van zeldzaam zondagse kookijver-een schotel met goudbruin gekorste kwarteltjes in de oven schuif. Mooi aanbakken en daarna nog 10 minuutjes op 190° in de oven, zei het recept. Maar vandaag mooi niet, meteen kortsluiting als ik de oven aanzet. Dat wordt dus eerst wat prutsen met de zekeringen en daarna van lieverlee toch maar een elektricien van wacht bellen, het euvel blijft zich namelijk herhalen. De kwartels zijn er waarschijnlijk niet rouwig om, die krijgen nog even uitstel van definitieve executie.
De elektricien belt twee uur later al aan, hij heeft een grote gereedschapskoffer mee. Hij duikt enthousiast met z'n hoofd in de zekeringkast in de hal, test z'n volledig assortiment aan ampèretangen uit en licht daarbij ook toe wat hij precies doet en waar ik niks van begrijp en stelt dan uiteindelijk vast dat het probleem zich inderdaad ter hoogte van m'n oven situeert. Die mag ik dus zeker niet meer aan zetten en best door een nieuw exemplaar vervangen. De zekering van dat parcours was blijkbaar ook al een beetje aan 't smeulen. Niks geroken, niks van gemerkt. Zonder technisch ingrijpen had ik zomaar in de fik kunnen vliegen, samen met m'n aangekorste kwartels, licht uit! De elektricien presenteert me trouwens nog een rekening waarvan het me ook nog even donker voor de ogen wordt…
"Maar we leven nog!" zegt m'n moeder als ik haar vertel waarom de kwartels pas morgen geserveerd worden, "wij moeten echt wel een goede engelbewaarder hebben."
Toch nog een gelovige in ons midden, en wie ben ik dan weer om dat geloof in twijfel te trekken. Kijk haar tenslotte maar weer, levend en lachend en wel. Ze drinkt profijtig met een rietje van een kopje thee, want ze heeft een ontstoken zenuw in het aangezicht en nu trekt haar mond lichtjes scheef. Goddank alweer met medicatie te behandelen, dus tijdelijk. En dat kon er nog wel even bij in dit jubeljaar van veel vallen en toch steeds weer dapper opstaan. Ze kijkt een beetje bedenkelijk naar dat rietje.
"Het is van karton" zeg ik, "er zwerft al te veel plastiek rond op de wereld."
"Ge doet dat goed, kind" zegt m'n moeder, "alles voor de planeet. Het licht mag nog lang niet uit."
Reageer via
Bedsprei - 13/12/2022
Ondanks mijn immer goede voornemens blijft december toch altijd een chaotische maand. Ik wil me echt niet laten opjagen door nakend feestgedruis, maar ik schakel gewoon altijd veel te laat. Op het moment dat ik voorzichtig begin te panikeren omdat er nog pakjes onder de kerstboom moeten, moet die boom zélf ook nog gezet worden. En we zijn al 17 december! Er zit dus weinig anders op: nog maar eens een lijstje maken en dan hopelijk nog alles kunnen afvinken voor we aan de roomsoep gaan.
Punt 1, zeer dringend: een nieuwe oven kopen. Want mijn oude ging stuk en moet nog binnen de week vervangen worden door een fatsoenlijk functionerend apparaat. De dochter heeft - vermoedelijk uit zelfbehoud, - voorgesteld om zelf te koken met Kerst, maar dan wel in mijn keuken, vandaar. Het eerstvolgend vrij moment laat ik me dus nog eens adviseren door één van de Krëfel jongens, ik heb ook voor hem een lijstje met mijn wensen gemaakt: combi hete lucht/microgolf, inbouwmodel, 62cmx45cm mét zilverkleurig front, prijsklasse alleenverdiener, indien mogelijk te betalen met ecocheques. Maar dat laatste kan dus niet, opeens blijkt een microwave slecht te zijn voor het milieu. Ze slaan ons al een heel jaar om de oren met energietips en dan lijkt opwarmen in een magnetron toch steeds de betere oplossing te zijn, maar blijkbaar gaat die stelling niet meer op als je zo'n ding wil kopen.
"Stralingen eh, mevrouw," zegt de Krëfel jongen veelbetekenend, maar ik was nooit echt goed in wetenschap.
Maar hij leidt me wel feilloos naar de beste koop, die ik dan wel zelf moet bestellen via hun website, dat geeft het meest garantie op snelle levering.
"Hoezo," zegt mijn moeder, "mag je dan in zo'n winkel niet meer gewoon iets gaan kopen? Moet echt alles met een busje aan huis gebracht worden?"
Maar goed, twee dagen later wordt de oven geleverd en proper geïnstalleerd, door twee grappige, gespierde techniekers. Wie tijdens de feestdagen nog eens wat vrolijk testosteron door de keuken wil zien stappen, ik zou zeggen: bestel eens iets bij Krëfel.
Punt 2: de kerstbomen versieren. Twee bomen dus, eentje bij de benedenburen en eentje op mijn verdiep. Ik bespaar jullie de verdere details, het is niet mijn meest favoriete tijdverdrijf. In elk geval veel geknoei alweer met de lampjes.
Punt 3: de pakjes! Ik overloop even mijn werkplanning voor de volgende dagen, waar en wanneer ik in welke stad verwacht word en google de voornaamste winkels daar in de nabije buurt. De inhoud van de pakjes wordt dit jaar dus min of meer geografisch bepaald. En het worden vast ook nog drukke middagpauzes, zo te zien.
Punt 4: Love Actually kijken, voor de zoveelste keer. Voor mij nog steeds de ultieme kerstfilm. Geen voorspelbare romance nabij een ondergesneeuwd prieeltje, maar tien hilarische verhalen over de liefde. Met Hugh Grant die zijn iconische scène van een dansende premier neerzet. En Colin Firth die naar goede gewoonte schittert als goddelijke, maar dan toch weer meest stuntelige vent ooit. Zalige humor. Maar even goed zit ik elk jaar een brokje weg te slikken bij het verdriet van Emma Thompson als ze ontdekt dat haar man haar bedriegt. Hoe ze dan op de slaapkamer haar tranen verbijt en zorgzaam de sprei op het echtelijke bed recht strijkt, in de hoop zo weer grip te krijgen op haar emoties. Alsof dat gaat helpen. Maar juist daarom ook zo herkenbaar triest, we hebben allemaal wel eens geprobeerd om met dagelijkse ritueeltjes de kreuken in ons leven weer glad te krijgen. 'Dapper doordoen,' noemen we dat.
En dan punt 5: ook in deze decembermaand weer mijn beste wensen formuleren, en liefst zonder in herhaling te vallen. Dus ik ga op hetklokjevanthuys.be/index.html even kijken naar de vorige kersteditie.
Eind 2021 wenste ik jullie een zorgeloos nieuw jaar, zachtjes toegedekt met een warm dekentje. Wie had toen kunnen vermoeden dat we dat een paar maanden later, in de kilte van een onverwachte energiecrisis, ook echt letterlijk mochten nemen. 'Be careful what you wish for', zeggen ze wel eens. Dus ik ga niet meer orakelen op jaarbasis, ik hou het kleinschalig.
Laat ik jullie dus kort en bondig, maar welgemeend, een zalige Kerst toewensen. Een Kerst, zo magisch en mooi, dat zelfs de wonderlijkste kerstfilm er bij verbleekt. Een Kerst met een bel van zorgeloosheid op de achtergrond.
En zij die misschien de grip een beetje kwijt zijn wens ik vooral een rimpelloze Kerst. Met een bedsprei, bij voorbaat al zo strak getrokken dat ze nog uitsluitend moet dienen waarvoor ze oorspronkelijk bedoeld was:
de voetjes warm houden.
Reageer via