Meer - 03/01/2023

Ik hoor toevallig nog eens 'Message to my girl' op de radio passeren, dat liedje met dat beloftevolle refreintje: 'It's no New Year's resolution. It's more than that.' Sentiment uit de eighties. Ik word er gelijk ook een beetje triest van, want ik zit wat in m'n eentje te mijmeren bij de lichtjes van de kerstboom. Gooi daar dan nog zo'n flardje muziek tegenaan en het wordt bijna zielig, dan wil ik ook zo'n stroperige boodschap krijgen op de vooravond van het nieuwe jaar. Ik ben intussen weliswaar een zeer geroutineerde, overwegend happy single, alles kan natuurlijk altijd beter, maar ze moeten nu ook weer niet overdrijven. Het zet me trouwens ook meteen weer aan het denken, want ik heb nog geen goede voornemens voor 2023, zeer uitzonderlijk voor zo'n lijstgevoelige vrouw als ik. Maar een mens heeft in de loop der jaren al zoveel intenties afgevinkt dat er nog weinig haalbare doelstellingen overblijven. Stoppen met roken, minder snoepen, minder koolhydraten, minder schoenen kopen, me wat minder opjagen in de dingen…ik heb het allemaal al geprobeerd. Soms inderdaad met het verhoopte succes en soms eindigend in de berusting dat zelfs de allerbeste versie van jezelf toch altijd maar een samenraapsel zal blijven van al wat je meekreeg in je wiegje. En dat je enkel maar kan streven naar een min of meer gezonde mix van al die eigenschappen. Zo kan ik me bijvoorbeeld nog heel erg opboeien in de dingen, ze hoeven niet eens belangrijk te zijn, maar ik steek er geen sigaret meer bij op. En ik eet de laatste jaren inderdaad veel minder koekjes, want dan kan ik meer schoenen kopen. Het is een kwestie van in balans te blijven. Wat al die lijstjes wel gemeen hadden: het ging voornamelijk om minderen. Minder eten, minder zagen, minder poetsen, minder kopen. Best wel bizar, want ik leef in een land waar het zelden of nooit genoeg kan zijn. En waar ik dan, toch met het oog op een beter leven, alsnog heel veel bezig was met het downsizen van gewoontes. Ik hoorde laatst nog iemand zeggen dat we hier stilaan afstevenen op een derde wereld land, maar intussen moet ik nog steeds m'n uiterste best doen om minder chocolade achterover te slaan. Ik behoor duidelijk tot de gelukkigen. Maar goed, misschien moet ik dit jaar ook eens kiezen voor méér. "Misschien wat meer fruit en groenten eten," zegt een collega, "je ziet er wat pips uit de laatste tijd." Ze heeft gelijk, al zou dat fletse ook wel eens kunnen te maken hebben met te weinig slaap, 2022 was best een pittig jaar. Maar omdat ik zelf ook niks beters kan verzinnen ga ik dan toch maar eenvoudig voor wat extra vitaminen in m'n dagelijkse kost. Meteen ook twee vliegen in één klap: lekker meer eten en dan uiteindelijk wie weet wel wat minder gewicht op de weegschaal, want dit is toch een uiterst gezond voornemen? "Maar in fruit zitten ook suikers," zegt een benijdenswaardig slanke vriendin die alles weet over wat wel en wat best niet eten, "dus daar moet je toch ook een beetje mee opletten. En voorzichtig zijn met bananen, dat zijn heuse dikmakers." Vast wel. Maar dat van die suikers moet volgens mij wel redelijk meevallen. Ik heb alleszins nog nooit iemand horen zeggen: ja, intussen weeg ik dus 140kg, want ik eet te veel appelen. Voor alle zekerheid zoek ik toch maar even op wat er zoal over bananen de ronde doet. En inderdaad, het is absoluut een gezond tussendoortje, maar, zoals met de meeste zaken, overdaad schaadt. En als je er echt mee overdrijft worden ze zelfs gevaarlijk lees ik ook nog in dat artikel op internet: eet 480 bananen en je bent eraan, dan krijg je een overdosis aan kalium binnen en stopt je hart gewoon met kloppen. Killer Food. Maar dat ben ik dus niet van plan. Want, het praktische aspect van 480 bananen in je maag proppen even buiten beschouwing gelaten, zo zot ben ik er nu ook weer niet van en ik ben als de dood dat het hier ooit nog eens écht een apenland gaat worden. . Alles blijft dus alweer zoeken naar het juiste evenwicht. Dus ik koop fruit en groenten aan in alle vormen en kleuren, maar in bescheiden hoeveelheden: twee peren, een half kilootje sinaasappelen, een piepklein zakje wortelen, een pastinaak (denk ik). In de Action scoor ik ook nog drie plastieken bewaardoosjes, handig om al dat gezonds alvast geschild en in hapklare porties mee te nemen naar het werk, anders verpieteren mijn goede voornemens al binnen de week, ik ken mezelf, een koffiekoek is snel gehaald en schuift nu eenmaal vlotter binnen. 's Morgens pers ik zelfs flink een half citroentje in een kop warm water, een bron van vitamine C, al begint de dag dan nogal zuurtjes. Maar voor 't eerst heb ik nu wel een lijstje waarop ik straks mag aanduiden of het allemaal wel genoeg was vandaag: heb ik niet te weinig komkommer binnen en at ik wel voldoende sla? Mag het nog wat meer? Misschien wel veel meer? Ja, ja, ja! Dus, als jullie binnenkort iemand vrolijk en met gezonde blos door de straten zien huppelen, dan ben ik dat misschien wel. Ik, in mijn nieuwe, slankere versie, high van de fructose! En in afwachting zou ik zeggen: op naar een gezond jaar van meer, beter, veel beter en best!

Reageer via    






Nog veel meer - 05/02/2023

We zijn intussen alweer februari en ik ben al feilloos terug geschakeld naar de gewone gang van zaken. Al sijpelden hier en daar, voornamelijk onder het mom van nieuwjaarsborrels, nog wat feestelijke bubbels de grijzige dagen binnen. Maar los daarvan: weinig nieuws. Ondanks al die goede voornemens op 1 januari valt een mens toch altijd weer verbazend snel terug in de oude, vertrouwde gewoontes. Ik moet zelfs al even nadenken over wat m'n ambities voor 2023 ook al weer waren, als ik me goed herinner iets met méér en dan vooral gezonde dingen eten. Een simpel, in de praktijk ook goed uit te voeren plan, dacht ik: 's avonds een gezond prakje groenten met een stukje vis in de pan en overdag dan een appel als tussendoortje. Ik zag het helemaal voor me. The new, healthy Mie. Maar, zoals Willem Elsschot al schreef: tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. Zo was er om te beginnen al onze jaarlijkse nationale meeting op het werk. Met, omwille van de vroege start, eerst een passage langs een uitgebreid ontbijtbuffet en dan 's middags een walking dinner om af te sluiten. En ik moet daar vast geen tekening bij maken: voor die dingen doen ze bij ons geen beroep op de catering van de Weight Watchers. Wij werken niet met afgemeten porties, wij zetten schitterende cijfers neer, wij zien de dingen groots. En ik ben de laatste om daar onbeleefd tegen in te gaan, vooral als er eten mee gemoeid is. Voorts leek het ook nog of iedereen plots jarig was in januari, collega's bléven maar trakteren! En wie ben ik dan om ongezellig nee te zeggen tegen snoepjes en taart? 's Avonds gezond koken stond ook al gauw niet meer bovenaan op m'n lijstje. Een geval van overmacht, want mijn moeder maakte nog eens een ongelukkige val, zomaar opeens, plat voorover op de vloer. "Nog een geluk," zei de huisdokter, "met haar ingedeukte wervels kan ze maar beter niet meer achterover vallen. Nu blijft het enkel bij wat gekneusde ribben." Maar al bij al een pijnlijke zaak en het intussen toch al min of meer routinematig mantelzorgen schoot voor de zoveelste keer weer in een hogere versnelling. Soms vraag ik me wel eens af hoe dikwijls zo'n fragiel oud lijfje kan blijven vallen en dan toch weer opstaan. Want weer opstaan dééd ze, dapper als altijd, en goddank ook met ondersteuning van onze hulpvaardige buurman, altijd paraat als vereende krachten nodig blijken. Maar het gaf weer wat meer praktische zorgen en kopbrekens, en extra waakzame nachten. Dingen waar je honger van krijgt. En zin in iets lekkers en dan niet meteen in gehakte spinazie. Het betekende ook noodgedwongen een weekje thuiswerken, dus ik installeerde me met laptop en headset bij m'n moeder aan de keukentafel. Het soort setting dat dan weer uitnodigt tot gezellige vieruurtjes, een kopje thee met een lekker wafeltje, zij en ik. Overigens, best wel grappig: zelden heb ik zo gedreven gewerkt als onder supervisie van m'n bejaarde moeder. Alsof ik opeens weer dat ijverige kind was van weleer: kijk eens hoe flink ik ben! Telefoneren alsof m'n leven er van afhing en online kandidaten screenen, met de verbetenheid van een high-level headhunter, terwijl m'n moeder soms hoofdschuddend toekeek. "Ze gaan precies niet allemaal even graag werken," zei ze op dag vier. Tja, hangt dikwijls ook weer van het aanbod af. Want hoeveel extralegale voordelen je soms ook uit je hoed blijft toveren, het mag altijd nog een ietsje meer zijn. Maar het toppunt van 'meer', overviel me gisteren. Er stond nog eens een degelijk ouderwets bedrijfsbezoek op m'n planning, een verademing na al dat online overleg tijdens Corona. Ik mocht, samen met nog enkele concullega's uit de sector, de sfeer gaan opsnuiven in een 'versmarkt', kwestie van aan te voelen welke profielen daar best passen op die werkvloer. Zo'n versmarkt is blijkbaar een relatief nieuw concept in de wereld van retail. Een soort van supergezellige, artisanaal ogende winkel met, in dit geval, een tiental ambachten onder één dak. Alle métiers straalden ons tegemoet vanuit houten kratjes en- ik vermoed vast wel biologisch afbreekbare- juten zakjes. We gingen van visboeren tot groenteboeren, langs een grote toog met verfijnde kazen, een bakkerij met desembrood en een afdeling met dranken en bloemen en chocola. Een soort van estafette van lekkers en veel moois. Klanten komen hier niet zomaar snel snel winkelen, werd ons verteld, ze komen hier voor de 'totaalbeleving' en voor de authenticiteit. Voor de bananen die speciaal worden overgevlogen uit Costa Rica of voor de kwalitatieve streekproducten. Voor de nog levende kreeften en de smeuïge foie gras. Dingen waar mensen, na Corona, blijkbaar massaal naar op zoek zijn. Wat me dan toch weer lichtjes verbaasde, ik dacht net dat we na die quarantaine wat meer belang zouden hechten aan de kleine, simpele dingen des levens. Ik was alleszins al uitzinnig blij dat ik eindelijk nog eens gewoon zonder mondmasker naar de Colruyt kon, meer moest dat voor mij niet zijn. Maar ik zit waarschijnlijk in de foute doelgroep. Maar goed, wij, immer gemotiveerde recruiters, lieten ons gewillig onderdompelen in deze wereld van parelende luxe en we mochten natuurlijk ook uitgebreid proeven van het overvloedige aanbod. In deze ben ik meestal de vlijtigste leerling van de klas. Toen we eindelijk rond waren kon je me bij wijze van spreken terug naar de parking rollen. Wel weinig fruit en groenten geproefd, op één sappig stukje ananas na. De bananen uit Costa Rica konden me ook niet echt bekoren. Maar die toastjes met wilde zalm en die Haspengouwse perenconfituur, beste mensen! En die pittige kaasjes en die handgesneden Spaanse ham! Feest! Terwijl ik diezelfde dag nog iemand bijna spuwend had horen orakelen dat we hier stilaan afstevenen naar toestanden van de derde wereld, je weet wel, zo'n land waar een zeven gangen menu ook effectief bestaat uit zeven rijstkorrels. Een ontwikkelingsland waar men zich intussen dan toch weer opmaakt voor het volgende eetfestijn, want er liggen al paaseitjes in de winkelrekken. Met ook nog snel een tussendoortje: Valentijn! Het lijkt maar niet te stoppen. "Hij en ik gaan met Valentijn eens lekker uit eten," vertelt een verliefde vriendin, "bij R., daar krijg je lekker veel." Maar wat dat betreft zit ik dit keer echt wel goed! Ik denk niet dat ik die dag op een uitnodiging moet rekenen, voorlopig geen hongerige kapers op de kust. Goed voor m'n lijn dus. Eindelijk nog eens een dag met de chance van een beetje minder. Less is more, zeggen ze wel eens.

Reageer via    






And just like that - 02/03/2023

Het is puur toeval dat ik, al zappend, op de allereerste aflevering stoot. Het begin van de serie ' And just like that', het langverwachte vervolg op 'Sex and the city'. Ik had wel weet van een vervolg en had ook ergens opgevangen dat de serie zou worden uitgezonden op Streamz, maar kijk, zomaar opeens, op een doordeweekse woensdagavond, zijn ze daar ook op Play 5: Carrie Bradshaw&Co, de zielsvriendinnen van weleer, alleen 20 jaar ouder intussen. En dat laatste is er wel een beetje aan te zien, maar kom, dat zullen ze van mij ook wel denken. Mijn hart maakt een sprongetje! Want lang geleden, ergens in het jaar 2000 denk ik, werd ik een toegewijde kijkster van Sex and the City. Vooral in de late uurtjes, als de rest van de wereld sliep of misschien wel spannende dingen deed, lag ik in m'n zetel als een gniffelend konijntje te staren naar het scherm, want dan waren er de herhalingen op Vijf TV. Ik kwam net uit een nogal ingewikkelde vorm van samenwonen, met veel gedoe en dagelijks knokkend tegen de rigide Grondwet der Alpha Mannen, dus ik had wel wat behoefte aan lieflijk, vrouwelijk sentiment. Kijken naar de serie werd meteen ook één van mijn eerste stappen naar genezing: beseffen dat ik vanaf nu, weliswaar moederziel alleen, in elk geval ongestoord kon kijken naar melige onzin op TV, zonder dat een gespierde huisgenoot zich daar smalend zou over uitlaten. Nu niet en nooit meer. Dus ik keek zonder enige gène, met aandacht, en meestal met een reepje chocolade binnen handbereik. Destijds heette de serie ook baanbrekend in vele opzichten. Alle vier de hoofdpersonages waren vrijgevochten vrouwen, ze werkten en waren niet afhankelijk van een man en ze regen de onenightstands aan elkaar zonder zich daar schuldig over te voelden. En ze doorkruisten New York op Manolo Blahnik heels. Echt veel had ik dus niet gemeen met de personages, behalve dat werken dan. En ik liep even goed op hakken, maar mijn schoenen kwamen uit de solden en ik wist ook al lang dat seks niet altijd kaarslicht met ruisende gordijnen is. Nee, mij ging het vooral om het sprookje: hoe het lelijkste meisje dan toch, na enige moeite langs beider kanten, wordt uitverkoren door de prins. Want, voor wie de serie nooit gezien heef, Carrie Bradshaw is in dit verhaal niet de allermooiste van het kwartet. Ik las zelfs ooit in een recensie dat ze zo'n beetje leek op een versleten schoenzool. Geheel ten onrechte trouwens, ze mag er best wezen, maar ze moet het toch grotendeels hebben van uitstraling, slimme humor en de juiste styling. En tegenspeler Mr Big is dan weer de charismatische icoon uit de zakenwereld: razend knap, succesvol, indien gewenst tien gewillige vrouwen aan elke vinger. En toch kiest hij uiteindelijk- na zo'n slordige 94 afleveringen, en een knipperlichtrelatie om U! tegen te zeggen- voor Carrie. Eigenlijk was het een serie voor naïeve kneusjes zoals ik: vrouwen die, tegen beter weten in, toch stiekem blijven hopen dat sprookjes wèl bestaan. Vrouwen die er zomaar los in meegaan dat een prins zich niet altijd meldt op een wit paard, maar soms ook in een grote auto met geblindeerde ramen en chauffeur. En dat die prins dan echt smoorverliefd wordt op een grappig meisje met een alledaagse B-cup. Ik verheug me dan ook vanaf de eerste seconde dat ik zit te kijken op wat nog komen gaat, laat mij nog maar eens een paar seizoenen zorgeloos meedeinen op golven van verzonnen geluk! Want Carrie en haar MR Big zijn intussen zelfs getrouwd en hebben hun intrek genomen in een riant penthouse, waar de inloopkast groter is dan de gemiddelde Vlaamse stadstuin. En hoera! de liefde is nog altijd even groot! Op het moment dat ik begin te kijken loopt Carrie nog altijd even ravissant de deur uit, ze gaat een stapje in de wereld zetten en ze draagt voor de gelegenheid nog eens haar pokkedure, vintage trouwschoenen. En Mr Big ZIET dat! Twintig jaar later! Ik wist zelfs niet dat er zo'n opmerkzame mannen bestonden…We zijn hier dus duidelijk opnieuw vertrokken voor een nieuwe, onwaarschijnlijk schone love story. Maar helaas, we zijn 2023 en ze zitten dezer dagen niet enkel te morrelen aan de verhaaltjes van Roald Dahl, nee, ook dit sprookje wordt al meteen in de kiem gesmoord: al in de eerste episode sterft de onsterfelijk lijkende Mr Big. Een hartaanval, hij blaast z'n laatste adem uit in de hopeloze armen van Carrie. Zonder enige verwittiging. Zomaar. Just like that. Ik ben er niet goed van. En ik ben niet de enige, zo blijkt 's anderendaags. Een vriendin die zich destijds ook wel als addict van Seks and the City mocht beschouwen, belt me even: heb jij dat ook gezien, die Mr Big ging gewoon dood! Alsof het echt is. "Terwijl het echte leven natuurlijk veel rauwer is," zeg ik, "dit is maar een verhaaltje en waarschijnlijk komt alles weer heel snel meer dan goed." "Denk je?" vraagt ze gretig, "zouden ze terug een nieuwe prins uit de hoed toveren? Voor Carrie?" Ik vermoed van wel. Want zo gaat dat in sprookjes. De ene prins is nog maar net vertrokken of er staat alweer een andere voor de deur. En het is misschien niet altijd makkelijk om een prinses te zijn, daar zijn we intussen wel achter, maar als het schoentje past…

Reageer via    






Pottefeiren - 19/03/2023

Mijn vader vindt de tuin zoals die er nu bij ligt maar niks. Te weinig kleur, veel te keurig en hij heeft het niet begrepen op die houtsnippers. Liefst van al zou hij weer een moestuin hebben, zoals vroeger. Met sla en prei en sperziebonen op een rij en dan hier en daar nog wat dahlia's- in mijn ogen toch wat oubollige bloemen- om de boel op te fleuren. Ik geef toe, de transformatie naar het huidige 'stadstuintje' is geheel aan mij te danken. Een jaar of tien geleden nam ik het beheer van de gemeenschappelijke gronden zelf in handen en 't is waar, ik heb me toen vooral laten leiden door de termen 'onderhoudsvriendelijk' en 'sober'. Je kan mij namelijk van veel dingen verdenken, maar niet van het feit dat ik groene vingers zou hebben. Ik hou wel van de natuur, maar liefst van op een afstandje. Ik kijk heel graag naar weelderig groen, maar zonder de dwingende behoefte om er meteen gaan in te schoffelen. Maar nu dus. Een oplossing dringt zich op en het wordt een kwestie van een gulden middenweg te vinden tussen de huidige rust van overwegend zachte tinten en het kleurenpallet dat mijn vader voor ogen heeft: veel rood en oranje en vlammend geel en alles een beetje wild. "Een soort van cottage tuin dan?" vraag ik. Maar hij vindt dat ik niet zo tuttig moet doen en dat ik alvast kan beginnen met al wat er nu groeit gewoon uit te graven. En daarna zien we wel. Ik besluit er een paar verlofdagen aan te spenderen, naar goede gewoonte op dagen van wisselvallig weer, dus ik sta meestal te harken tussen twee buien door. Of gewoon- een mens wordt al snel wat taaier in extreem klimaat- met m'n rubberen laarzen in de regen. Alles onder supervisie, want m'n vader komt natuurlijk met regelmaat kijken wat ik voornamelijk fout doe: de riek hanteren terwijl het met de hark makkelijker kan en bloembollen boven halen die eigenlijk ondergronds moesten blijven. Daar vind ik trouwens ook nog knollen van dahlia's bij, die heb ik vorig jaar eens gepoot en daar is nooit iets bovengronds van tevoorschijn gekomen. Tot op heden dus. Ik zei het al: geen groene vingers en voor grond -en afbraakwerken moet je me ook niet boeken, ik sleur me hier een ongeluk aan zwaar vertakte wortelkluiten. Lang geleden las ik wel eens een boek van Midas Dekkers, die Nederlandse bioloog die niet vies was van wat tegendraadse uitspraken. Eén van zijn straffe statements is me altijd bij gebleven: dat Moeder Natuur vrijwel altijd overwint, hoe bont wij mensen het soms ook dreigen te maken. Dat wij dan wel gigantische delen van het aardoppervlak durven te oversauzen met stortklaar beton, maar één miezerig kiertje in het geheel is voldoende om het onkruid weer volop wortel te laten schieten. Voor je 't weet is de boel weer compleet overwoekerd. Niet dat ik de man altijd volkomen gelijk kon geven, maar nu ik hier zo sta te zwoegen heeft Dekkers volgens mij toch wel deels gelijk en dan heel zeker over de natuur ter hoogte van de August-Nihoulstraat in Scherpenheuvel. Onverwoestbaar, zeg ik u. Omdat ik nu toch bezig ben besluit ik ook in één ruk (zou je denken!) de vlinderstruiken te verwijderen. Drie boompjes die vorig jaar op magische wijze in onze tuin terechtkwamen, ik heb ze alleszins nooit zelf geplant, waarschijnlijk overgewaaid van bij de buren. En ze zijn een doorn in het oog van mijn vader. "Die dingen worden veel te groot," zegt hij, "en gij vergeet toch altijd te snoeien." Gelukkig kunnen ze terecht bij de dochter, die heeft plaats genoeg op haar terrein. Ik graaf de drie struikjes dus netjes uit en zet ze in afwachting in een grote ronde wasmand, met een bodempje water. Ik moet vanavond toch richting Diest voor een hapje en een drankje, dus ik lever ze onderweg dan wel snel af in Schaffen. En zo begeef ik me tegen valavond een beetje opgetut, met gestifte lippen en op hakken, naar m'n auto op de parking aan Den Egger, met in m'n armen een wasmand vol struikgewas. Je zal het dan ook nog altijd zien: op zo'n moment kruis je gegarandeerd nog een oude vlam en moet je 't weer gaan uitleggen… De aankoop van het nieuwe plantgoed reserveer ik voor een zaterdagmiddag. Ik heb intussen al wat boeken over tuinaanleg geleend in onze lokale bibliotheek, zodat m'n vader kan tonen wat hij precies wil. Maar veel verder dan een rododendron (die met de RODE bloemen!) en de nog immer felbegeerde dahlia's komen we eigenlijk niet. Dus ik begeef me op goed geluk naar een tuincentrum in het Aarschotse, waar ik al snel verdwaasd sta rond te kijken in een doolhof van vaste planten, bodembedekkers, zomerbloeiers en bollen en zaden. 'Zet je leven op groen' is hier de leuze, maar ik spreek voor alle zekerheid toch maar een vriendelijke medewerker aan, die me vakkundig introduceert in de wereld van bontgekleurde, wintervaste dingen. "Den hof is ook altijd een beetje experimenteren madam, "zegt hij, "maar ge hebt schoon dingen gekozen. En er hangt overal een kaartje aan met de instructies hoe en waar te planten, dat komt dik in orde." Ik gris overmoedig ook nog wat zakjes met bloemenmengsels mee. Een kleurloze zomer? Aan mij zal 't niet gelegen hebben! Als ik wat later en weer thuis mijn vracht al klaarzet voor de uit te voeren werken schudt mijn vader toch een beetje meewarig het hoofd. In de potjes zit veel groen dat hij niet kent, het lijken wel exotische dingen. En of ik wel aan de rododendron gedacht heb? En waar zijn de dahlia's? "Wat gaat ze in godsnaam nog allemaal aanvangen," zegt hij. "Laat dat kind maar pottefeiren," zegt mijn moeder, "ze is daar redelijk goed in." En zo hoor ik nog eens het woord dat mijn grootmoeder zaliger wel eens gebruikte. Af en toe ook wel als het over mij ging. Pottefeiren. In de betekenis van: zomaar wat aanmodderen, in de hoop dat er vroeg of laat wel iets van terecht komt. De tijd zal het dus moeten uitwijzen. En wie weet gaan die dahlia's dit jaar wèl weelderig tieren. En ben ik toch nog ergens redelijk goed in.

Reageer via    


Designed by BootstrapMade - Edited by MT